Als je belegt ben je naar niks anders aan het kijken dan naar de cijfers. Hoe je dat doet is goed te volgen met onderstaand voorbeeld.
Een aardig voorbeeld van zo'n potentieel interessant bedrijf is het Amerikaanse 'Corrections Corporation of America' (Corrections Corp.; koerssymbool: CXW). Corrections Corp. bezit en beheert private gevangenissen in de Verenigde Staten.
Maar voor wie Corrections Corp. niet kent: het bedrijf is met een marktaandeel van ongeveer 45% de grootste speler op de Amerikaanse markt van private gevangenissen. De onderneming beheert 65 gevangenissen met een totale capaciteit van 88.000 bedden. Tezamen met Geo Group (GEO), dat een marktaandeel heeft van zo'n 30%, vormt men feitelijk een duopolie. Deze sterke marktconcentratie maakt de kans op het uitbreken van een prijzenoorlog relatief laag wat voor beide bedrijven uiteraard een positief gegeven is.
'Goede vooruitzichten'
In de Verenigde Staten geldt dat ongeveer 1% van alle volwassenen in de gevangenis zit. Enkel het simpele feit dat de Amerikaanse bevolking de komende decennia gestaag verder groeit, maakt dat verwacht mag worden dat ook de gevangenenpopulatie zal toenemen.
Bijzonder gunstig voor de private gevangenisbedrijven is nu dat de reguliere overheidsgevangenissen overvol zitten. Gevangenissen die onder toezicht van individuele Amerikaanse staten vallen, hebben met een gemiddelde capaciteitsbezetting van 108% hun limiet eigenlijk wel bereikt. Nog extremer is de situatie in Amerikaanse federale gevangenissen, die met een capaciteitsbezetting van 140% eigenlijk overvol zitten.
Voor de komende jaren wordt voorzien dat de toename van het aantal beschikbare bedden in Amerikaanse overheidsgevangenissen het groeiende aanbod van gevangenen opnieuw niet zal kunnen bijbenen. Vandaar de toename in outsourcing naar private gevangenisinstellingen. Bijkomend voordeel van dergelijke outsourcing is dat dit de Amerikaanse belastingbetaler een kostenvoordeel oplevert van ten minste 10 tot 15%.
Waardering
Bij het waarderen van het aandeel Corrections Corp dienen we met een drietal zaken rekening te houden. Allereerst met haar operationele winstgevendheid, ten tweede de netto cashpositie en ten derde de waarde van 'bezittingen anderszins'. We lopen ze hieronder stuk voor stuk even kort met u langs.
Ietwat conservatief schatten we de (EBITDA-)winst van Corrections Corp voor dit jaar op $ 3,70 per aandeel. Redelijk lijkt het om hier een waardering van 10 keer de winst op te plakken. Dit resulteert in een geschatte waarde van $ 37 per aandeel.
Aan cash beschikt Corrections Corp over $ 22 miljoen. Haar lange termijn schulden zijn echter substantieel groter en bedragen $ 1,19 miljard. De netto cashpositie bedraagt aldus $ 1,17 miljard negatief. Vanwege 110 miljoen uitstaande aandelen impliceert dit dat we straks $ 10,60 op de geschatte intrinsieke waarde in mindering moeten brengen.
Resteren nu nog de 'bezittingen anderszins'. Corrections Corp beschikt namelijk ook nog over ruim 14.000 niet-bezette gevangenisbedden. Gemiddeld geldt dat het bouwen van een nieuwe gevangenis resulteert in een kostenpost per bed van minimaal $ 55.000 tot $ 65.000. De waarde van deze niet-bezette bedden waarderen we gelijk aan de gemiddelde reproductiekosten, oftewel $ 60.000 per bed. De 14.000 niet-bezette bedden vermenigvuldigd met $ 60.000 vertegenwoordigd aldus een extra waarde van $ 840 miljoen. Per aandeel omgerekend is dat $ 7,60.
Per saldo dienen we bij de geschatte waarde van de operationele activiteiten ($ 37), de netto cashpositie (minus $ 10,60) en de waarde van de 'bezittingen anderszins' ($ 7,60) op te tellen. Dit leidt tot een schatting van de intrinsieke waarde van Corrections Corp. van $ 34 per aandeel.
De actuele beurskoers van Corrections Corp. bedraagt echter $ 25,30. Vergeleken met onze schatting van de intrinsieke waarde van Corrections Corp. is dus sprake van een stijgingspotentieel van circa 35%. Daarmee lijkt het als belegger niet eens zo'n slecht plan in deze gevangenis plaats te nemen...
bron: Hendrik Oude Nijhuis
Showing posts with label Hendrik Oude Nijhuis. Show all posts
Showing posts with label Hendrik Oude Nijhuis. Show all posts
Tuesday, November 2, 2010
Waar kijk je naar als belegger?
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Wednesday, October 27, 2010
Buffett over de economie, aandelen en obligaties
Het is altijd geweldig om de belegger van de wereld te horen praten over belangrijke onderwerpen. Hij denkt echt na over die onderwerpen en heeft zijn antwoord al klaar.
Afgelopen dinsdag was Warren Buffett te gast bij de 'Most Powerful Women'-conferentie in Washington. Hiervan is een video beschikbaar die we u nadrukkelijk aanbevelen:
http://tinyurl.com/video-Buffett-5-10-2010
[De video duurt ongeveer 45 minuten]
Tal van onderwerpen passeren de revue in deze video. Hieronder volgt een kleine selectie van de zaken die aan de orde komen...
Visie aandelenmarkt
Buffett stelt gematigd optimistisch te zijn ten aanzien van de Amerikaanse economie en, hoewel hij in Europa ook wel wat herstel ziet, omschrijft Buffett de toekomst van de Europese monetaire unie vooral als "The Big Unknown". Over aandelen is hij enthousiast. Obligaties zijn naar zijn mening te duur. "Beleggers begaan een fout nu nog obligaties te kopen. Aandelen zijn momenteel een veel beter alternatief," aldus Buffett.
Volgens Buffett zal het vertrouwen op de financiële markten terugkeren, alleen weet hij niet precies wanneer. Wat betreft zijn beleggingen maakt Buffett zich over het terugkeren van vertrouwen overigens totaal geen zorgen. "Charlie (Buffett's zakenpartner) en ik beoordelen een bedrijf, het management en proberen ons vervolgens voor te stellen hoe het bedrijf er over tien jaar voor zal staan. En uiteraard kijken we ook of we het betreffende aandeel goedkoop genoeg is". "Aan allerlei macrofactoren besteden we echter nog geen 10 seconden aandacht," aldus Buffett die er nog aan toevoegt geen enkele twijfel te hebben dat deze strategie goed zal werken.
Werkloosheid
Voor de werkloosheid in Amerika voorziet Buffett een langzaam herstel. "Maar met twee of drie jaar ligt deze vrijwel zeker substantieel lager dan nu het geval is." Buffett wijst er op dat het vooral het systeem van de vrije markt is welke voor een dalende werkloosheid zal zorgen, en niet zozeer het fiscale of monetaire beleid. Het systeem van de vrije markt heeft in de woorden van Buffett "het menselijk potentieel ontketend" en vormt tevens de verklaring voor het ongebreidelde optimisme dat Buffett heeft over de toekomst van de Verenigde Staten.
In de video komen verder onder meer Buffett's inflatieverwachtingen aan de orde, de momenteel afnemende populariteit van de Amerikaanse president Barack Obama, het lage belastingtarief dat geldt voor Amerikaanse 'superrijken' en Buffett's bevindingen van zijn recente trip naar China. Al met al een bijzonder interessante video die we u zeer kunnen aanbevelen.
bron: Hendrik Oude Nijhuis
Afgelopen dinsdag was Warren Buffett te gast bij de 'Most Powerful Women'-conferentie in Washington. Hiervan is een video beschikbaar die we u nadrukkelijk aanbevelen:
http://tinyurl.com/video-Buffett-5-10-2010
[De video duurt ongeveer 45 minuten]
Tal van onderwerpen passeren de revue in deze video. Hieronder volgt een kleine selectie van de zaken die aan de orde komen...
Visie aandelenmarkt
Buffett stelt gematigd optimistisch te zijn ten aanzien van de Amerikaanse economie en, hoewel hij in Europa ook wel wat herstel ziet, omschrijft Buffett de toekomst van de Europese monetaire unie vooral als "The Big Unknown". Over aandelen is hij enthousiast. Obligaties zijn naar zijn mening te duur. "Beleggers begaan een fout nu nog obligaties te kopen. Aandelen zijn momenteel een veel beter alternatief," aldus Buffett.
Volgens Buffett zal het vertrouwen op de financiële markten terugkeren, alleen weet hij niet precies wanneer. Wat betreft zijn beleggingen maakt Buffett zich over het terugkeren van vertrouwen overigens totaal geen zorgen. "Charlie (Buffett's zakenpartner) en ik beoordelen een bedrijf, het management en proberen ons vervolgens voor te stellen hoe het bedrijf er over tien jaar voor zal staan. En uiteraard kijken we ook of we het betreffende aandeel goedkoop genoeg is". "Aan allerlei macrofactoren besteden we echter nog geen 10 seconden aandacht," aldus Buffett die er nog aan toevoegt geen enkele twijfel te hebben dat deze strategie goed zal werken.
Werkloosheid
Voor de werkloosheid in Amerika voorziet Buffett een langzaam herstel. "Maar met twee of drie jaar ligt deze vrijwel zeker substantieel lager dan nu het geval is." Buffett wijst er op dat het vooral het systeem van de vrije markt is welke voor een dalende werkloosheid zal zorgen, en niet zozeer het fiscale of monetaire beleid. Het systeem van de vrije markt heeft in de woorden van Buffett "het menselijk potentieel ontketend" en vormt tevens de verklaring voor het ongebreidelde optimisme dat Buffett heeft over de toekomst van de Verenigde Staten.
In de video komen verder onder meer Buffett's inflatieverwachtingen aan de orde, de momenteel afnemende populariteit van de Amerikaanse president Barack Obama, het lage belastingtarief dat geldt voor Amerikaanse 'superrijken' en Buffett's bevindingen van zijn recente trip naar China. Al met al een bijzonder interessante video die we u zeer kunnen aanbevelen.
bron: Hendrik Oude Nijhuis
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Wednesday, September 22, 2010
''Had ik maar ...''
Dit bericht laat zien waar je naar moet kijken als je een aandeel koopt. Kijk naar de waarde!
Wanneer wij met beleggers over 'bubbels' spreken wordt vaak direct gedacht aan de internetbubbel van eind jaren '90. Anderen denken aan de tulpenmanie ten tijde van de Gouden Eeuw, weer anderen hebben de recent geknapte bubbel op de Amerikaanse huizenmarkt in gedachten. Of misschien wel de huidige, overigens nog steeds door velen ontkende, huizenmarkt- en hypotheekschuldzeepbel in Nederland. Eén specifieke bubbel - die eveneens vrij recent plaatsvond - wordt echter vrijwel nooit genoemd...
De bubbel waar we hier op doelen betreft die van aandelen van 's werelds allersterkste bedrijven. Denkt u dan aan aandelen van bedrijven als Coca-Cola, Johnson & Johnson en Wal-Mart waar rond de eeuwwisseling 30, 40 of zelfs meer dan 50 keer de winst voor betaald werd. Momenteel gelden voor dit type bedrijven waarderingen van circa 12 keer de winst.
Waar bubbels gewoonlijk vroeg of laat knappen is het opmerkelijke dat dit bij deze specifieke bubbel eigenlijk nooit gebeurd is. Koersniveaus bleven lange tijd onveranderd en bevinden zich nu - ruim 10 jaar later - nog altijd op ongeveer hetzelfde niveau. Door het gestaag stijgen van de winsten zijn de bubbelwaarderingen echter zelf wel langzaam maar zeker gedaald. Deze specifieke bubbel is dus nooit geknapt, maar juist heel langzaam leeggelopen.
De oorzaak van dit soort bubbels wordt mede verklaard doordat beleggers met name kijken naar de prijs - en daarbij maakt het niet uit of het nu gaat om aandelen, onroerend goed of tulpenbollen - zonder zelf een oordeel te vellen over de werkelijke (intrinsieke) waarde die met een bepaalde transactie als het ware verworven wordt. Echter, de PRIJS die u voor een aandeel betaalt zegt niets over de WAARDE die u daarvoor ontvangt.
[TIP: Leest u bovenstaande zin nogmaals!]
Rond de eeuwwisseling ontving u weinig waarde voor de prijzen die toen voor aandelen betaald moest worden. Vandaag de dag lijkt dat precies omgekeerd te zijn. Juist om deze reden menen wij dat veel aandelen - die van kwaliteitsbedrijven in het bijzonder - gekocht tegen de huidige waarderingen in de komende jaren uiteindelijk prima beleggingen zullen blijken te zijn.
"Had ik maar..."
Eigenlijk precies vergelijkbaar met bovenstaande zijn er regelmatig beleggers die ons tijdens feestjes en partijen melden ervan te balen begin vorig jaar geen aandelen gekocht te hebben. Toen noteerde de AEX omstreeks 200 punten, nu vele tientallen procenten hoger. Ook deze beleggers maken de fout enkel naar de PRIJS (koersniveaus) te kijken en totaal niet naar de WAARDE.
Desalniettemin hebben we voor deze balende beleggers goed nieuws: de winsten van beursgenoteerde bedrijven (waarde) zijn sinds begin 2009 vrijwel even hard gestegen als hun beurskoersen (prijs). Met andere woorden: de waardering van aandelen is momenteel vrijwel gelijk aan die van het dieptepunt van de kredietcrisis. Beleggers die het begin 2009 niet aandurfden aandelen te kopen hebben daarmee nu de kans dat alsnog tegen dezelfde aantrekkelijke waarderingen nog te doen.
Redenen voor optimisme
Waar aandelen ondanks stijgende winsten de laatste maanden wat gedaald zijn, geldt eveneens dat vele analisten het inmiddels ook weer somber inzien. Zij vrezen het inzakken van de bedrijfswinsten. Gezien de lage waarderingsniveaus lijkt het erop dat veel beleggers hier reeds op geanticipeerd hebben. Deze visie lijkt daarmee reeds in de koersen verdisconteerd.
Maar wellicht hebben deze analisten het - weer eens - mis en is hun visie wat al te pessimistisch. Bedrijven hebben de afgelopen jaren immers forse kostenbesparingen doorgevoerd, afscheid genomen van overbodig personeel en schulden tegen lage tarieven geherfinancierd. Zelfs een beperkte stijging van de omzet kan dan al een flinke impuls voor de winst opleveren.
Daarnaast geldt dat de extreme risicopremie op aandelen (het verschil tussen de Earnings Yield en de 10-jaars staatsrente) het voor veel bedrijven interessant maakt extra vreemd vermogen aan te trekken. Om dit goedkoop verkregen geld vervolgens te gebruiken voor bijvoorbeeld de inkoop van eigen aandelen. Zelfs in een scenario waarbij de totale bedrijfswinst amper verandert, kan daarmee de winst per aandeel alsnog flink verder opgestuwd worden.
Ook over enkele jaren zullen we waarschijnlijk wel weer beleggers spreken met allerlei 'had ik maar...'-verhalen. Natuurlijk bestaat altijd de mogelijkheid dat aandelen nog flink wegzakken. Maar nu weet u in ieder geval wel dat de actuele waarderingsniveaus van aandelen momenteel vrijwel gelijk zijn aan die ten tijde van de dieptepunten van de kredietcrisis. Doe er uw voordeel mee!
bron: Hendrik Oude Nijhuis
Wanneer wij met beleggers over 'bubbels' spreken wordt vaak direct gedacht aan de internetbubbel van eind jaren '90. Anderen denken aan de tulpenmanie ten tijde van de Gouden Eeuw, weer anderen hebben de recent geknapte bubbel op de Amerikaanse huizenmarkt in gedachten. Of misschien wel de huidige, overigens nog steeds door velen ontkende, huizenmarkt- en hypotheekschuldzeepbel in Nederland. Eén specifieke bubbel - die eveneens vrij recent plaatsvond - wordt echter vrijwel nooit genoemd...
De bubbel waar we hier op doelen betreft die van aandelen van 's werelds allersterkste bedrijven. Denkt u dan aan aandelen van bedrijven als Coca-Cola, Johnson & Johnson en Wal-Mart waar rond de eeuwwisseling 30, 40 of zelfs meer dan 50 keer de winst voor betaald werd. Momenteel gelden voor dit type bedrijven waarderingen van circa 12 keer de winst.
Waar bubbels gewoonlijk vroeg of laat knappen is het opmerkelijke dat dit bij deze specifieke bubbel eigenlijk nooit gebeurd is. Koersniveaus bleven lange tijd onveranderd en bevinden zich nu - ruim 10 jaar later - nog altijd op ongeveer hetzelfde niveau. Door het gestaag stijgen van de winsten zijn de bubbelwaarderingen echter zelf wel langzaam maar zeker gedaald. Deze specifieke bubbel is dus nooit geknapt, maar juist heel langzaam leeggelopen.
De oorzaak van dit soort bubbels wordt mede verklaard doordat beleggers met name kijken naar de prijs - en daarbij maakt het niet uit of het nu gaat om aandelen, onroerend goed of tulpenbollen - zonder zelf een oordeel te vellen over de werkelijke (intrinsieke) waarde die met een bepaalde transactie als het ware verworven wordt. Echter, de PRIJS die u voor een aandeel betaalt zegt niets over de WAARDE die u daarvoor ontvangt.
[TIP: Leest u bovenstaande zin nogmaals!]
Rond de eeuwwisseling ontving u weinig waarde voor de prijzen die toen voor aandelen betaald moest worden. Vandaag de dag lijkt dat precies omgekeerd te zijn. Juist om deze reden menen wij dat veel aandelen - die van kwaliteitsbedrijven in het bijzonder - gekocht tegen de huidige waarderingen in de komende jaren uiteindelijk prima beleggingen zullen blijken te zijn.
"Had ik maar..."
Eigenlijk precies vergelijkbaar met bovenstaande zijn er regelmatig beleggers die ons tijdens feestjes en partijen melden ervan te balen begin vorig jaar geen aandelen gekocht te hebben. Toen noteerde de AEX omstreeks 200 punten, nu vele tientallen procenten hoger. Ook deze beleggers maken de fout enkel naar de PRIJS (koersniveaus) te kijken en totaal niet naar de WAARDE.
Desalniettemin hebben we voor deze balende beleggers goed nieuws: de winsten van beursgenoteerde bedrijven (waarde) zijn sinds begin 2009 vrijwel even hard gestegen als hun beurskoersen (prijs). Met andere woorden: de waardering van aandelen is momenteel vrijwel gelijk aan die van het dieptepunt van de kredietcrisis. Beleggers die het begin 2009 niet aandurfden aandelen te kopen hebben daarmee nu de kans dat alsnog tegen dezelfde aantrekkelijke waarderingen nog te doen.
Redenen voor optimisme
Waar aandelen ondanks stijgende winsten de laatste maanden wat gedaald zijn, geldt eveneens dat vele analisten het inmiddels ook weer somber inzien. Zij vrezen het inzakken van de bedrijfswinsten. Gezien de lage waarderingsniveaus lijkt het erop dat veel beleggers hier reeds op geanticipeerd hebben. Deze visie lijkt daarmee reeds in de koersen verdisconteerd.
Maar wellicht hebben deze analisten het - weer eens - mis en is hun visie wat al te pessimistisch. Bedrijven hebben de afgelopen jaren immers forse kostenbesparingen doorgevoerd, afscheid genomen van overbodig personeel en schulden tegen lage tarieven geherfinancierd. Zelfs een beperkte stijging van de omzet kan dan al een flinke impuls voor de winst opleveren.
Daarnaast geldt dat de extreme risicopremie op aandelen (het verschil tussen de Earnings Yield en de 10-jaars staatsrente) het voor veel bedrijven interessant maakt extra vreemd vermogen aan te trekken. Om dit goedkoop verkregen geld vervolgens te gebruiken voor bijvoorbeeld de inkoop van eigen aandelen. Zelfs in een scenario waarbij de totale bedrijfswinst amper verandert, kan daarmee de winst per aandeel alsnog flink verder opgestuwd worden.
Ook over enkele jaren zullen we waarschijnlijk wel weer beleggers spreken met allerlei 'had ik maar...'-verhalen. Natuurlijk bestaat altijd de mogelijkheid dat aandelen nog flink wegzakken. Maar nu weet u in ieder geval wel dat de actuele waarderingsniveaus van aandelen momenteel vrijwel gelijk zijn aan die ten tijde van de dieptepunten van de kredietcrisis. Doe er uw voordeel mee!
bron: Hendrik Oude Nijhuis
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Sunday, September 12, 2010
Overnamegolf in aantocht
Zeer intressant verhaal van Hendrik Oude Nijhuis over de overnamegolf van bedrijven die in aantocht is.
Wie het financiële nieuws enigszins in de gaten houdt zal het vast al wel zijn opgevallen: de toename in het aantal bedrijfsovernames. Vermoedelijk zal het aantal overnames ook de komende tijd nog wel verder toenemen. Hieronder leest u de vier belangrijkste redenen voor deze naderende overnamegolf.
REDEN 1
Bedrijven beschikken momenteel over meer cash dan ooit tevoren. Enkel de niet-financiële bedrijven uit de S&P 500 beschikken momenteel over US $ 837 miljard aan cash. Dat is 26% meer dan een jaar eerder, wat op zichzelf weer de grootste jaarlijkse toename is sinds de Federal Reserve dit cijfer vanaf 1952 is gaan bijhouden.
Een bedrijf als Exxon Mobil beschikt bijvoorbeeld over US $ 13,3 miljard aan liquide middelen, Johnson & Johnson over US $ 18,9 miljard en Pfizer over US $ 19,3 miljard. Maar het zijn de cashposities van de grote technologiebedrijven die de indrukwekkendheid van het geldpakhuis van Dagobert Duck helemaal doen verbleken: Google bezit US $ 30,1 miljard aan cash, Microsoft US $ 36,6 miljard en Cisco zelfs US $ 39,9 miljard.
Zoals u weet stellen doemdenkers en allerhande pessimisten nogal eens dat toekomstige economische groei vanwege de overheidsstimuleringsprogramma's simpelweg naar voren is gehaald. Opmerkelijk is daarbij wel dat zij de recordniveaus aan cashreserves in het bedrijfsleven voor het gemak maar negeren. Deze megareserves zelf zijn immers niets anders dan naar de toekomst uitgestelde economische groei.
REDEN 2
Waar de cashreserves van het bedrijfsleven zich momenteel op recordhoogte bevinden geldt tegelijkertijd dat de rente zich juist op extreem lage niveaus bevindt. Vele bedrijven brandt het geld dan ook in hun zakken: momenteel genereren de reserves nauwelijks enig rendement.
Sterke bedrijven met stabiele cashflows kunnen momenteel tegen zeer lage rentevergoedingen vreemd vermogen aantrekken. Zo gaf Johnson & Johnson recent bijvoorbeeld nog obligaties uit met een looptijd van 10 jaar - hiervoor hoef de onderneming jaarlijks slechts een rentepercentage van 2,95% te betalen. Wanneer geld zo goedkoop aangetrokken kan worden is haast ieder denkbare investering wel een rendabele, overnames incluis.
Wijzelf vragen ons soms wel af waarom beleggers obligaties van Johnson & Johnson tegen dergelijke lage rentevergoedingen zouden aanschaffen. Enkel het huidige dividendrendement bij Johnson & Johnson bedraagt namelijk al 3,8% en de huidige lage beurswaardering maakt dat wij de kans groot inschatten dat het aandeel Johnson & Johnson over tien jaar op een hoger koersniveau noteert, wellicht zelfs substantieel hoger.
REDEN 3
De derde reden om een flinke toename in het aantal overnames te verwachten vormt het feit dat vele bedrijven momenteel laag gewaardeerd zijn. Helemaal wanneer deze waarderingen worden afgezet tegen de uiterst lage renteniveaus waarvoor momenteel geleend kan worden.
Lage bedrijfswaarderingen impliceren hoge earnings yields (de earnings yield is in grote lijnen te vergelijken met het omgekeerde van de koers/winstverhouding). Met andere woorden: bedrijven krijgen relatief veel winst voor iedere euro die zij aan overnames spenderen. Lage bedrijfswaarderingen in combinatie met de lage rentestanden maakt het doen van overnames momenteel aantrekkelijker dan dit in lange, lange tijd geweest is.
REDEN 4
Heel wat bedrijven werken met (interne) doelstellingen om hun omzet jaarlijks met een bepaald percentage te laten toenemen. Groei houdt bedrijven levendig en ook aantrekkelijk voor huidige en toekomstige werknemers.
Maar ook puur financieel bezien hebben topbestuurders zelf nogal eens baat bij het doen van overnames. Of dat het bedrijf waarvan zij zelf bestuurder zijn wordt overgenomen. Een belang dat overigens lang niet altijd parallel hoeft te lopen met dat van de gewone aandeelhouders.
Zoals u wel bekend is de heersende opvatting dat de economische groei in zowel in Europa als in de Verenigde Staten de komende jaren bescheiden uitvalt. In een economie die zelf maar weinig groeit is het voor bedrijven lastiger om zelf wel substantieel te groeien. Het doen van overnames wordt in zo'n scenario dan nogal eens als optie overwogen om alsnog de gewenste omzetgroei te kunnen laten zien.
Extreme risicomijdendheid
Waarom het aantal overnames dan nu al niet aanmerkelijk groter is? Vermoedelijk is het dezelfde onzekerheid - zo niet panische angst - die beleggers alweer enige jaren in een verlammende greep vasthoudt. Dezelfde angst die ook reeds leidde tot extreem lage renteniveaus. En die afgelopen jaren evenzo als een donkere wolk boven de waarderingsniveaus van aandelen heeft gecirkeld.
Het is echter een kwestie van tijd - een precieze moment laat zich moeilijk inschatten - voordat deze extreme risicomijdendheid wat zal beginnen weg te ebben. Niets lijkt daarmee een ware golf van overnames dan nog in de weg te staan.
Wie het financiële nieuws enigszins in de gaten houdt zal het vast al wel zijn opgevallen: de toename in het aantal bedrijfsovernames. Vermoedelijk zal het aantal overnames ook de komende tijd nog wel verder toenemen. Hieronder leest u de vier belangrijkste redenen voor deze naderende overnamegolf.
REDEN 1
Bedrijven beschikken momenteel over meer cash dan ooit tevoren. Enkel de niet-financiële bedrijven uit de S&P 500 beschikken momenteel over US $ 837 miljard aan cash. Dat is 26% meer dan een jaar eerder, wat op zichzelf weer de grootste jaarlijkse toename is sinds de Federal Reserve dit cijfer vanaf 1952 is gaan bijhouden.
Een bedrijf als Exxon Mobil beschikt bijvoorbeeld over US $ 13,3 miljard aan liquide middelen, Johnson & Johnson over US $ 18,9 miljard en Pfizer over US $ 19,3 miljard. Maar het zijn de cashposities van de grote technologiebedrijven die de indrukwekkendheid van het geldpakhuis van Dagobert Duck helemaal doen verbleken: Google bezit US $ 30,1 miljard aan cash, Microsoft US $ 36,6 miljard en Cisco zelfs US $ 39,9 miljard.
Zoals u weet stellen doemdenkers en allerhande pessimisten nogal eens dat toekomstige economische groei vanwege de overheidsstimuleringsprogramma's simpelweg naar voren is gehaald. Opmerkelijk is daarbij wel dat zij de recordniveaus aan cashreserves in het bedrijfsleven voor het gemak maar negeren. Deze megareserves zelf zijn immers niets anders dan naar de toekomst uitgestelde economische groei.
REDEN 2
Waar de cashreserves van het bedrijfsleven zich momenteel op recordhoogte bevinden geldt tegelijkertijd dat de rente zich juist op extreem lage niveaus bevindt. Vele bedrijven brandt het geld dan ook in hun zakken: momenteel genereren de reserves nauwelijks enig rendement.
Sterke bedrijven met stabiele cashflows kunnen momenteel tegen zeer lage rentevergoedingen vreemd vermogen aantrekken. Zo gaf Johnson & Johnson recent bijvoorbeeld nog obligaties uit met een looptijd van 10 jaar - hiervoor hoef de onderneming jaarlijks slechts een rentepercentage van 2,95% te betalen. Wanneer geld zo goedkoop aangetrokken kan worden is haast ieder denkbare investering wel een rendabele, overnames incluis.
Wijzelf vragen ons soms wel af waarom beleggers obligaties van Johnson & Johnson tegen dergelijke lage rentevergoedingen zouden aanschaffen. Enkel het huidige dividendrendement bij Johnson & Johnson bedraagt namelijk al 3,8% en de huidige lage beurswaardering maakt dat wij de kans groot inschatten dat het aandeel Johnson & Johnson over tien jaar op een hoger koersniveau noteert, wellicht zelfs substantieel hoger.
REDEN 3
De derde reden om een flinke toename in het aantal overnames te verwachten vormt het feit dat vele bedrijven momenteel laag gewaardeerd zijn. Helemaal wanneer deze waarderingen worden afgezet tegen de uiterst lage renteniveaus waarvoor momenteel geleend kan worden.
Lage bedrijfswaarderingen impliceren hoge earnings yields (de earnings yield is in grote lijnen te vergelijken met het omgekeerde van de koers/winstverhouding). Met andere woorden: bedrijven krijgen relatief veel winst voor iedere euro die zij aan overnames spenderen. Lage bedrijfswaarderingen in combinatie met de lage rentestanden maakt het doen van overnames momenteel aantrekkelijker dan dit in lange, lange tijd geweest is.
REDEN 4
Heel wat bedrijven werken met (interne) doelstellingen om hun omzet jaarlijks met een bepaald percentage te laten toenemen. Groei houdt bedrijven levendig en ook aantrekkelijk voor huidige en toekomstige werknemers.
Maar ook puur financieel bezien hebben topbestuurders zelf nogal eens baat bij het doen van overnames. Of dat het bedrijf waarvan zij zelf bestuurder zijn wordt overgenomen. Een belang dat overigens lang niet altijd parallel hoeft te lopen met dat van de gewone aandeelhouders.
Zoals u wel bekend is de heersende opvatting dat de economische groei in zowel in Europa als in de Verenigde Staten de komende jaren bescheiden uitvalt. In een economie die zelf maar weinig groeit is het voor bedrijven lastiger om zelf wel substantieel te groeien. Het doen van overnames wordt in zo'n scenario dan nogal eens als optie overwogen om alsnog de gewenste omzetgroei te kunnen laten zien.
Extreme risicomijdendheid
Waarom het aantal overnames dan nu al niet aanmerkelijk groter is? Vermoedelijk is het dezelfde onzekerheid - zo niet panische angst - die beleggers alweer enige jaren in een verlammende greep vasthoudt. Dezelfde angst die ook reeds leidde tot extreem lage renteniveaus. En die afgelopen jaren evenzo als een donkere wolk boven de waarderingsniveaus van aandelen heeft gecirkeld.
Het is echter een kwestie van tijd - een precieze moment laat zich moeilijk inschatten - voordat deze extreme risicomijdendheid wat zal beginnen weg te ebben. Niets lijkt daarmee een ware golf van overnames dan nog in de weg te staan.
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
7:00 AM
0
reacties
Monday, September 6, 2010
graantje meepikken.
Op deze manier van kijken verdien je geld, zie hetvolgende stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Grote droogte in Rusland en in een aantal andere landen rondom de Zwarte Zee doen vermoeden dat de graanoogst aldaar flink zal tegenvallen. Gevolg: stijgende prijzen. De aankondiging van de Russische president om de graanexport per 15 augustus een halt toe te roepen zette de prijzen nog eens extra onder druk. Zo steeg de prijs van tarwe in amper zes weken tijd met 60%. En gerst noteert in anderhalve maand 100% hoger.
In dit bericht kijken we kort naar de - vanuit investeringsperspectief - aantrekkelijke uitgangssituatie voor de vraag naar landbouwgewassen. Vervolgens komen we met een zestal bedrijven die bij uitstek gepositioneerd zijn om hiervan te profiteren.
Vraag en aanbod...
De komende decennia zal de vraag naar landbouwgewassen substantieel toenemen. Drie trends spelen hierbij een belangrijke rol. Allereerst het eenvoudige feit dat de wereldbevolking met circa 75 miljoen personen per jaar groeit. Geschat wordt dat het huidige aantal inwoners wereldwijd van 6,8 miljard gestegen zal zijn tot ruim 9 miljard in 2050.
Ten tweede geldt dat wanneer een bevolking welvarender wordt zij meer vlees gaat consumeren. Eerst vooral kip, later ook meer rundvlees. Voor 1 kilo rundvlees is echter maar liefst 10 kilo graan en 15 kilo hooi benodigd en zijn bovendien duizenden liters water vereist. Dit voedselpatroon leidt daarmee tot een forse toename in ruimtebeslag.
Als derde punt geldt dat ook steeds meer landbouwgrond aangewend wordt voor de gesubsidieerde productie van bio-ethanol. Zo heeft de Europese Unie zich ten doel gesteld dat in 2020 minimaal 10% van het energieverbruik van de Europese transportsector uit biobrandstoffen afkomstig moet zijn. Argentinië en Brazilië kennen soortgelijke doelstellingen. En landbouwareaal dat wordt aangewend voor de productie van biobrandstoffen kan uiteraard niet gelijktijdig de voedselproductie dienen.
Deze drie ontwikkelingen tezamen maken het reëel een substantiële stijging te verwachten van de vraag naar landbouwgewassen. Of dit eveneens zal leiden tot hogere prijzen hangt af van de ontwikkelingen aan de aanbodzijde. Meer landbouwareaal en toenemende opbrengsten per hectare kunnen immers ook het aanbod vergroten. Maar kan een stijgend aanbod de stijgende vraag niet bijbenen dan liggen hogere prijzen vanzelfsprekend in lijn der verwachting.
Interessante landbouwgerelateerde bedrijven
Voor beleggers bestaan er uiteenlopende mogelijkheden om in te spelen op een hogere vraag naar landbouwgewassen. Eén daarvan is middels het kopen van aandelen van die bedrijven die zelf profiteren van de stijgende vraag naar landbouwgewassen. Een zestal concrete voorbeelden:
Deere & Company (land- en bosbouwmachines)
http://www.johndeere.com
DuPont (onkruidverdelgingsmiddelen)
http://www.dupont.com
Monsanto (onkruidverdelgingsmiddelen en genetische modificatie)
http://www.monsanto.com
Mosaic (kunstmest en diervoeding)
http://www.mosaicco.com/
Potash Corporation of Saskatchewan (kunstmest en diervoeding)
http://www.potashcorp.com
Syngenta (onkruidverdelgingsmiddelen en genetische modificatie)
http://www.syngenta.com
Bovenstaande bedrijven profiteren direct dan wel indirect van de stijgende vraag naar landbouwgewassen. Bent u zich er echter van bewust dat de koersen van deze bedrijven erg volatiel zijn. Prijsschommelingen van vele tientallen procenten als gevolg van droogtes, overvloedige regenval of juist meevallende oogsten zijn eerder regel dan uitzondering. En uiteraard geldt ook bij landbouwgerelateerde aandelen dat, wil een aandeel interessant zijn, niet alleen het onderliggende bedrijf van hoge kwaliteit maar ook de waardering van het aandeel gunstig moet zijn.
Grote droogte in Rusland en in een aantal andere landen rondom de Zwarte Zee doen vermoeden dat de graanoogst aldaar flink zal tegenvallen. Gevolg: stijgende prijzen. De aankondiging van de Russische president om de graanexport per 15 augustus een halt toe te roepen zette de prijzen nog eens extra onder druk. Zo steeg de prijs van tarwe in amper zes weken tijd met 60%. En gerst noteert in anderhalve maand 100% hoger.
In dit bericht kijken we kort naar de - vanuit investeringsperspectief - aantrekkelijke uitgangssituatie voor de vraag naar landbouwgewassen. Vervolgens komen we met een zestal bedrijven die bij uitstek gepositioneerd zijn om hiervan te profiteren.
Vraag en aanbod...
De komende decennia zal de vraag naar landbouwgewassen substantieel toenemen. Drie trends spelen hierbij een belangrijke rol. Allereerst het eenvoudige feit dat de wereldbevolking met circa 75 miljoen personen per jaar groeit. Geschat wordt dat het huidige aantal inwoners wereldwijd van 6,8 miljard gestegen zal zijn tot ruim 9 miljard in 2050.
Ten tweede geldt dat wanneer een bevolking welvarender wordt zij meer vlees gaat consumeren. Eerst vooral kip, later ook meer rundvlees. Voor 1 kilo rundvlees is echter maar liefst 10 kilo graan en 15 kilo hooi benodigd en zijn bovendien duizenden liters water vereist. Dit voedselpatroon leidt daarmee tot een forse toename in ruimtebeslag.
Als derde punt geldt dat ook steeds meer landbouwgrond aangewend wordt voor de gesubsidieerde productie van bio-ethanol. Zo heeft de Europese Unie zich ten doel gesteld dat in 2020 minimaal 10% van het energieverbruik van de Europese transportsector uit biobrandstoffen afkomstig moet zijn. Argentinië en Brazilië kennen soortgelijke doelstellingen. En landbouwareaal dat wordt aangewend voor de productie van biobrandstoffen kan uiteraard niet gelijktijdig de voedselproductie dienen.
Deze drie ontwikkelingen tezamen maken het reëel een substantiële stijging te verwachten van de vraag naar landbouwgewassen. Of dit eveneens zal leiden tot hogere prijzen hangt af van de ontwikkelingen aan de aanbodzijde. Meer landbouwareaal en toenemende opbrengsten per hectare kunnen immers ook het aanbod vergroten. Maar kan een stijgend aanbod de stijgende vraag niet bijbenen dan liggen hogere prijzen vanzelfsprekend in lijn der verwachting.
Interessante landbouwgerelateerde bedrijven
Voor beleggers bestaan er uiteenlopende mogelijkheden om in te spelen op een hogere vraag naar landbouwgewassen. Eén daarvan is middels het kopen van aandelen van die bedrijven die zelf profiteren van de stijgende vraag naar landbouwgewassen. Een zestal concrete voorbeelden:
Deere & Company (land- en bosbouwmachines)
http://www.johndeere.com
DuPont (onkruidverdelgingsmiddelen)
http://www.dupont.com
Monsanto (onkruidverdelgingsmiddelen en genetische modificatie)
http://www.monsanto.com
Mosaic (kunstmest en diervoeding)
http://www.mosaicco.com/
Potash Corporation of Saskatchewan (kunstmest en diervoeding)
http://www.potashcorp.com
Syngenta (onkruidverdelgingsmiddelen en genetische modificatie)
http://www.syngenta.com
Bovenstaande bedrijven profiteren direct dan wel indirect van de stijgende vraag naar landbouwgewassen. Bent u zich er echter van bewust dat de koersen van deze bedrijven erg volatiel zijn. Prijsschommelingen van vele tientallen procenten als gevolg van droogtes, overvloedige regenval of juist meevallende oogsten zijn eerder regel dan uitzondering. En uiteraard geldt ook bij landbouwgerelateerde aandelen dat, wil een aandeel interessant zijn, niet alleen het onderliggende bedrijf van hoge kwaliteit maar ook de waardering van het aandeel gunstig moet zijn.
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Sunday, August 22, 2010
Demografie en de waardering van aandelen
Volgens een recent onderzoeksrapport van de Engelse bank Barclays (The Barclays Equity Gilt Study 2010) bestaat er een duidelijk verband tussen enerzijds de demografische opbouw van een bevolking en anderzijds het waarderingsniveau van aandelen. In dit artikel lichten we deze relatie nader toe en bespreken we de mogelijke consequenties.
In het rapport wordt gesteld dat het in een Westerse samenleving met name de groep van 35- tot 54-jarigen is die een spaaroverschot heeft welke wordt aangewend voor de opbouw van pensioenvermogen. Onder ander door te beleggen in aandelen en te investeren in onroerend goed. Rond het jaar 2000 - toen ook de aandelenmarkten piekten - bereikte deze leeftijdsgroep in Amerika en in vele West-Europese landen haar maximale omvang als percentage van de samenleving.
Japan loopt in demografisch opzicht circa tien jaar voor op ons. De Japanse Nikkei 225 piekte op 29 december 1989 op 38.915 punten. Het viervoudige van de actuele stand op de Japanse koersenborden...
Verklaring dubbele beurskrach
De sterke stijging van de (relatieve) omvang van de bevolkingsgroep van 35- tot 54-jarigen in Amerika en andere Westerse landen wordt grotendeels verklaard door de babyboomers. Ze zorgden voor een toenemende vraag naar speculatieve beleggingen, zoals internetaandelen, waarvan een hoog rendement werd verwacht. Stijgende koersen zorgden vervolgens voor een zichzelf versterkend mechanisme. Omstreeks het jaar 2000 knapte deze bubbel.
Toevallig of niet, het was ook vanaf het jaar 2000 dat juist de Amerikaanse leeftijdsgroep van 55+ in relatieve omvang begon toe te nemen. Anders dan de cohort 35- tot 54-jarigen ontrekken de mensen binnen deze groep juist geld aan hun beleggingen en verkiezen ze bij voorkeur wat veiligere beleggingscategorieën. Uit aandelen en in obligaties dus. Mede deze ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat de rente tot extreem lage niveaus kon dalen: oplopende koersen van obligaties leiden immers per definitie tot lagere obligatierentes. En die alsmaar dalende rente verklaart mede de krediet- en huizenbubbel die inmiddels - in sommige landen althans - al uiteen gespat is.
Uitgaande van deze verouderingstendensen zou voorzichtig kunnen worden afgeleid dat de waarderingsniveaus van aandelen voorlopig nog wel bedrukt zullen blijven. Voor Amerika, maar helemaal voor Europa dat er in demografisch opzicht nog beroerder voor staat. Vanaf dit jaar (2010) begint de babyboomgeneratie immers massaal met pensioen te gaan.
Gemiddeldes...
Dat de waarderingen van aandelen om wat voor reden dan ook soms langere tijd onder hun historische gemiddelde noteren is niet zo vreemd. Een gemiddelde komt immers per definitie tot stand door periodes van bovengemiddelde waarderingen en periodes van lager dan gemiddelde waarderingen. Bij aandelenmarkten geldt nogal eens dat lange periodes van overwaardering worden afgewisseld door lange periodes van onderwaardering.
Overigens vertekenen gemiddelden nogal eens: zo mag u van aandelen een gemiddeld totaalrendement (koerswinst + dividend) van een procent of 8 per jaar verwachten, slechts zelden zult u dit rendement in een specifiek jaar ook daadwerkelijk realiseren. Het ene jaar is sprake van een flink verlies, het ander jaar kunt u juist een prachtig rendement bijschrijven.
Stel, de standaarddeviatie (volatiliteit ofwel bewegelijkheid) van een brede aandelenindex ligt op 20%. Dat wil zeggen dat u in een specifiek jaar 68% kans heeft dat u een rendement behaalt gelijk aan het gemiddelde rendement (8%) plus of minus de standaarddeviatie (20%). Dus: in 32% van de gevallen zal uw rendement lager dan -12% liggen (8% minus 20%) of hoger dan +28% (8% plus 20%). Vanwege de hoge bewegelijkheid van aandelen komt een gemiddeld jaarrendement van exact 8% slechts heel zelden voor.
Wat te doen?
Hoewel de algehele risicoaversie en bedrukte aandelenwaarderingen voorlopig wellicht nog wel aanhouden is dat voor ons geenszins aanleiding de strategie van het value-beleggen los te laten. Enerzijds geldt namelijk dat het überhaupt zeer lastig - zo niet onmogelijk - is in te schatten wanneer het algemene sentiment zal keren, anderzijds geldt dat de waarderingen van aandelen het afgelopen decennium reeds fors teruggezakt zijn.
En zelfs in een vrij somber economisch scenario achten we het mogelijk dat aandelen een redelijk rendement zullen genereren. Bij 0% economische groei en 2% inflatie mag een winststijging van eveneens circa 2% verwacht worden. Wanneer economische groei ontbreekt is er ook weinig aanleiding voor het doen van investeringen. Daar is dan dus amper geld voor nodig. En aangezien de balansen van vele bedrijven al uitpuilen van de cashreserves, zou in dit scenario vrijwel de gehele winst kunnen worden aangewend voor het uitkeren van dividend en inkoop van eigen aandelen.
Dat zou dan bij een gelijkblijvende waardering moeten leiden tot een jaarlijks rendement van een procent of 7. Immers, de huidige koers/winstverhouding van gemiddeld 13,45 impliceert dat iedere euro die u investeert komend jaar 7,4% aan onderliggende winst genereert (1 / 13,45 = 7,4%). En met een value beleggen-strategie mag u in een gemiddeld jaar verwachten dat het rendement nog een aantal procenten hoger uitvalt.
Amerika en vooral ook Europa krijgt de komende decennia te maken met een sterke veroudering. Ook de Chinese bevolking veroudert in rap tempo. De Japanse en Russische bevolking krimpt inmiddels al. En in Duitsland, Italië en Spanje zal de bevolkingskrimp binnen vijf jaar inzetten.
Beursgenoteerde bedrijven zijn echter steeds meer globaal georiënteerd. Evenals beleggers zelf. En daarmee kunnen we toch nog met een positieve noot eindigen. De demografische ontwikkeling wereldwijd ziet er voor de komende decennia - vanuit het perspectief van de belegger bezien - namelijk nog niet eens zo gek uit.
Met vriendelijke groet,
Hendrik Oude Nijhuis
In het rapport wordt gesteld dat het in een Westerse samenleving met name de groep van 35- tot 54-jarigen is die een spaaroverschot heeft welke wordt aangewend voor de opbouw van pensioenvermogen. Onder ander door te beleggen in aandelen en te investeren in onroerend goed. Rond het jaar 2000 - toen ook de aandelenmarkten piekten - bereikte deze leeftijdsgroep in Amerika en in vele West-Europese landen haar maximale omvang als percentage van de samenleving.
Japan loopt in demografisch opzicht circa tien jaar voor op ons. De Japanse Nikkei 225 piekte op 29 december 1989 op 38.915 punten. Het viervoudige van de actuele stand op de Japanse koersenborden...
Verklaring dubbele beurskrach
De sterke stijging van de (relatieve) omvang van de bevolkingsgroep van 35- tot 54-jarigen in Amerika en andere Westerse landen wordt grotendeels verklaard door de babyboomers. Ze zorgden voor een toenemende vraag naar speculatieve beleggingen, zoals internetaandelen, waarvan een hoog rendement werd verwacht. Stijgende koersen zorgden vervolgens voor een zichzelf versterkend mechanisme. Omstreeks het jaar 2000 knapte deze bubbel.
Toevallig of niet, het was ook vanaf het jaar 2000 dat juist de Amerikaanse leeftijdsgroep van 55+ in relatieve omvang begon toe te nemen. Anders dan de cohort 35- tot 54-jarigen ontrekken de mensen binnen deze groep juist geld aan hun beleggingen en verkiezen ze bij voorkeur wat veiligere beleggingscategorieën. Uit aandelen en in obligaties dus. Mede deze ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat de rente tot extreem lage niveaus kon dalen: oplopende koersen van obligaties leiden immers per definitie tot lagere obligatierentes. En die alsmaar dalende rente verklaart mede de krediet- en huizenbubbel die inmiddels - in sommige landen althans - al uiteen gespat is.
Uitgaande van deze verouderingstendensen zou voorzichtig kunnen worden afgeleid dat de waarderingsniveaus van aandelen voorlopig nog wel bedrukt zullen blijven. Voor Amerika, maar helemaal voor Europa dat er in demografisch opzicht nog beroerder voor staat. Vanaf dit jaar (2010) begint de babyboomgeneratie immers massaal met pensioen te gaan.
Gemiddeldes...
Dat de waarderingen van aandelen om wat voor reden dan ook soms langere tijd onder hun historische gemiddelde noteren is niet zo vreemd. Een gemiddelde komt immers per definitie tot stand door periodes van bovengemiddelde waarderingen en periodes van lager dan gemiddelde waarderingen. Bij aandelenmarkten geldt nogal eens dat lange periodes van overwaardering worden afgewisseld door lange periodes van onderwaardering.
Overigens vertekenen gemiddelden nogal eens: zo mag u van aandelen een gemiddeld totaalrendement (koerswinst + dividend) van een procent of 8 per jaar verwachten, slechts zelden zult u dit rendement in een specifiek jaar ook daadwerkelijk realiseren. Het ene jaar is sprake van een flink verlies, het ander jaar kunt u juist een prachtig rendement bijschrijven.
Stel, de standaarddeviatie (volatiliteit ofwel bewegelijkheid) van een brede aandelenindex ligt op 20%. Dat wil zeggen dat u in een specifiek jaar 68% kans heeft dat u een rendement behaalt gelijk aan het gemiddelde rendement (8%) plus of minus de standaarddeviatie (20%). Dus: in 32% van de gevallen zal uw rendement lager dan -12% liggen (8% minus 20%) of hoger dan +28% (8% plus 20%). Vanwege de hoge bewegelijkheid van aandelen komt een gemiddeld jaarrendement van exact 8% slechts heel zelden voor.
Wat te doen?
Hoewel de algehele risicoaversie en bedrukte aandelenwaarderingen voorlopig wellicht nog wel aanhouden is dat voor ons geenszins aanleiding de strategie van het value-beleggen los te laten. Enerzijds geldt namelijk dat het überhaupt zeer lastig - zo niet onmogelijk - is in te schatten wanneer het algemene sentiment zal keren, anderzijds geldt dat de waarderingen van aandelen het afgelopen decennium reeds fors teruggezakt zijn.
En zelfs in een vrij somber economisch scenario achten we het mogelijk dat aandelen een redelijk rendement zullen genereren. Bij 0% economische groei en 2% inflatie mag een winststijging van eveneens circa 2% verwacht worden. Wanneer economische groei ontbreekt is er ook weinig aanleiding voor het doen van investeringen. Daar is dan dus amper geld voor nodig. En aangezien de balansen van vele bedrijven al uitpuilen van de cashreserves, zou in dit scenario vrijwel de gehele winst kunnen worden aangewend voor het uitkeren van dividend en inkoop van eigen aandelen.
Dat zou dan bij een gelijkblijvende waardering moeten leiden tot een jaarlijks rendement van een procent of 7. Immers, de huidige koers/winstverhouding van gemiddeld 13,45 impliceert dat iedere euro die u investeert komend jaar 7,4% aan onderliggende winst genereert (1 / 13,45 = 7,4%). En met een value beleggen-strategie mag u in een gemiddeld jaar verwachten dat het rendement nog een aantal procenten hoger uitvalt.
Amerika en vooral ook Europa krijgt de komende decennia te maken met een sterke veroudering. Ook de Chinese bevolking veroudert in rap tempo. De Japanse en Russische bevolking krimpt inmiddels al. En in Duitsland, Italië en Spanje zal de bevolkingskrimp binnen vijf jaar inzetten.
Beursgenoteerde bedrijven zijn echter steeds meer globaal georiënteerd. Evenals beleggers zelf. En daarmee kunnen we toch nog met een positieve noot eindigen. De demografische ontwikkeling wereldwijd ziet er voor de komende decennia - vanuit het perspectief van de belegger bezien - namelijk nog niet eens zo gek uit.
Met vriendelijke groet,
Hendrik Oude Nijhuis
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Wednesday, August 11, 2010
Is dit de opvolger van Warren Buffett?
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Al vele jaren wordt gespeculeerd over de opvolging van Warren Buffett. Vermoedelijk dat meerdere personen de taken van de bijna 80-jarige Buffett zullen overnemen. Zo zal Buffett's zoon Howard waarschijnlijk de rol van voorzitter krijgen, met als belangrijkste taak de "Berkshire-cultuur" intact te houden. Overigens zonder dat Buffett wil dat Howard zich met de beleggingen zelf gaat bemoeien.
Dan Buffett's opvolger aangaande de investeringsportefeuille van meer dan US $ 100 miljard. Waar Buffett zich hierover altijd wat op de vlakte heeft gehouden, is zijn 86-jarige zakenpartner Charlie Munger sinds kort wat duidelijker. In een recent interview met The Wall Street Journal stelt Munger dat het "een vanzelfsprekendheid" is dat de Chinees-Amerikaanse Li Lu tot de opvolgers van Buffett zal behoren. Maar wie is deze relatief onbekende Li Lu dan eigenlijk?
Bijzondere jeugd
Li Lu, in 1966 geboren in de Chinese stad Tangshan, kende een bijzondere jeugd. Zo werden zijn ouders ten tijde van de Culturele Revolutie in China in werkkampen te werk gesteld. Li Lu was toen 9 jaar oud en groeide in de daaropvolgende jaren op in pleeggezinnen. Zijn pleegouders en een groot aantal familieleden van Li Lu vonden een paar jaar later de dood toen Tangshan in 1976 door een verwoestende aardbeving getroffen werd.
Waarschijnlijk dat bovenstaande ook van invloed is geweest op de drang van Li Lu naar meer democratie in China. Hij was een van de studentenleiders bij de protesten in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede. Hier kwamen naar schatting een miljoen studenten en burgers op af om te protesteren tegen de Communistische Partij van China en zijn instellingen, en voor meer democratie. Dit protest werd zoals bekend bloedig neergeslagen waarbij minstens enkele honderden demonstranten de dood vonden.
In de periode na de protesten werd de studentenbeweging door de Chinese autoriteiten opgerold en werden de leiders hard aangepakt. Li Lu zag kans te vluchten en belande via Frankrijk in de Verenigde Staten.
Succesvol hedgefund
Na een toespraak van Li Lu - ondertussen een held van mensenrechtenactivisten geworden - aan de Columbia University werd hem aangeboden om aldaar een studie te volgen. Li Lu wist drie studies gelijktijdig te volbrengen. Na in 1993 een gastcollege van Warren Buffett te hebben bijgewoond wist Li Lu dat hij ook het investeringsvak in wilde. Buffett studeerde eerder eveneens aan de Columbia University.
Na zijn afstuderen werkte Li Lu gedurende een korte periode voor een grote Amerikaanse investeringsbank. Dit bleek een foute beslissing te zijn en Li Lu begint kort daarna met een eigen hedgefund, Himalaya Capital Management genoemd. Sinds de aanvang van dit fonds begin 1998 tot december 2009 behaalde het fonds een rendement van gemiddeld 29% per jaar. Dit terwijl de Amerikaanse S&P 500 op slechts 2,3% per jaar bleef steken.
Het was met name Buffett's zakenpartner Charlie Munger die Li Lu van startkapitaal voorzag. Aanvankelijk US $ 50 miljoen, later kwam daar nog eens US $ 38 miljoen bij. Munger bedong hierbij echter wel dat Li Lu zijn fonds niet open zou stellen voor externe investeerders. Hierdoor is er betrekkelijk weinig bekend over concrete beleggingen van dit fonds.
Over de beleggingsstrategie van Li Lu is echter wel het een en ander bekend. Deze is in grote lijnen overeenkomstig met de aanpak van Buffett: grote, geconcentreerde posities in een beperkt aantal aandelen. Li Lu beschouwt het kopen van aandelen als het kopen van een gedeeltelijk belang in een onderneming en eist bij iedere investering een fikse korting op zijn schatting van de intrinsieke waarde (door Buffett ook wel aangeduid als de 'margin of safety'). Hij ziet koersschommelingen vooral als kans om bij slecht beurssentiment aandelen goedkoop te kunnen kopen en later, bij een beter sentiment, weer voor hogere bedragen te kunnen verkopen. Geheel conform het Buffett-recept aldus.
Hoewel zoals gezegd over concrete investeringen niet veel bekend is, is wel bekend dat Li Lu ten tijde van de beursintroductie van het Chinese BYD direct een groot belang in dit bedrijf heeft genomen. BYD (hetgeen staat voor 'Build Your Dreams') is in korte tijd uitgegroeid tot één van 's werelds grootste producten van elektrische auto's en heeft vooral veel expertise op het vlak van de benodigde herlaadbare batterijen. Li Lu overtuigde Munger van het potentieel van dit bedrijf, waarna het Munger was die Warren Buffett overtuigde in dit bedrijf te investeren. De US $ 230 miljoen die zij in 2008 in BYD investeerden is inmiddels het achtvoudige waard.
Opvolger Buffett?
Met zijn relatief jonge leeftijd en internationale ervaring geldt Li Lu als een van de meer kansrijke kandidaten om Warren Buffett op termijn op te volgen. Wanneer we echter de spectaculair succesvolle belegging in BYD buiten beschouwing laten wordt het behaalde totaalrendement van Li Lu wel direct wat minder uitzonderlijk. Zelf sluiten we overigens ook de mogelijkheid niet uit dat niet één investeerder, maar juist een klein team van slimme investeerders op termijn de verantwoordelijkheid zal krijgen voor de investeringsportefeuille van Berkshire Hathaway. Net als Munger zien wij hiervoor in Li Lu een prima kandidaat.
Al vele jaren wordt gespeculeerd over de opvolging van Warren Buffett. Vermoedelijk dat meerdere personen de taken van de bijna 80-jarige Buffett zullen overnemen. Zo zal Buffett's zoon Howard waarschijnlijk de rol van voorzitter krijgen, met als belangrijkste taak de "Berkshire-cultuur" intact te houden. Overigens zonder dat Buffett wil dat Howard zich met de beleggingen zelf gaat bemoeien.
Dan Buffett's opvolger aangaande de investeringsportefeuille van meer dan US $ 100 miljard. Waar Buffett zich hierover altijd wat op de vlakte heeft gehouden, is zijn 86-jarige zakenpartner Charlie Munger sinds kort wat duidelijker. In een recent interview met The Wall Street Journal stelt Munger dat het "een vanzelfsprekendheid" is dat de Chinees-Amerikaanse Li Lu tot de opvolgers van Buffett zal behoren. Maar wie is deze relatief onbekende Li Lu dan eigenlijk?
Bijzondere jeugd
Li Lu, in 1966 geboren in de Chinese stad Tangshan, kende een bijzondere jeugd. Zo werden zijn ouders ten tijde van de Culturele Revolutie in China in werkkampen te werk gesteld. Li Lu was toen 9 jaar oud en groeide in de daaropvolgende jaren op in pleeggezinnen. Zijn pleegouders en een groot aantal familieleden van Li Lu vonden een paar jaar later de dood toen Tangshan in 1976 door een verwoestende aardbeving getroffen werd.
Waarschijnlijk dat bovenstaande ook van invloed is geweest op de drang van Li Lu naar meer democratie in China. Hij was een van de studentenleiders bij de protesten in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede. Hier kwamen naar schatting een miljoen studenten en burgers op af om te protesteren tegen de Communistische Partij van China en zijn instellingen, en voor meer democratie. Dit protest werd zoals bekend bloedig neergeslagen waarbij minstens enkele honderden demonstranten de dood vonden.
In de periode na de protesten werd de studentenbeweging door de Chinese autoriteiten opgerold en werden de leiders hard aangepakt. Li Lu zag kans te vluchten en belande via Frankrijk in de Verenigde Staten.
Succesvol hedgefund
Na een toespraak van Li Lu - ondertussen een held van mensenrechtenactivisten geworden - aan de Columbia University werd hem aangeboden om aldaar een studie te volgen. Li Lu wist drie studies gelijktijdig te volbrengen. Na in 1993 een gastcollege van Warren Buffett te hebben bijgewoond wist Li Lu dat hij ook het investeringsvak in wilde. Buffett studeerde eerder eveneens aan de Columbia University.
Na zijn afstuderen werkte Li Lu gedurende een korte periode voor een grote Amerikaanse investeringsbank. Dit bleek een foute beslissing te zijn en Li Lu begint kort daarna met een eigen hedgefund, Himalaya Capital Management genoemd. Sinds de aanvang van dit fonds begin 1998 tot december 2009 behaalde het fonds een rendement van gemiddeld 29% per jaar. Dit terwijl de Amerikaanse S&P 500 op slechts 2,3% per jaar bleef steken.
Het was met name Buffett's zakenpartner Charlie Munger die Li Lu van startkapitaal voorzag. Aanvankelijk US $ 50 miljoen, later kwam daar nog eens US $ 38 miljoen bij. Munger bedong hierbij echter wel dat Li Lu zijn fonds niet open zou stellen voor externe investeerders. Hierdoor is er betrekkelijk weinig bekend over concrete beleggingen van dit fonds.
Over de beleggingsstrategie van Li Lu is echter wel het een en ander bekend. Deze is in grote lijnen overeenkomstig met de aanpak van Buffett: grote, geconcentreerde posities in een beperkt aantal aandelen. Li Lu beschouwt het kopen van aandelen als het kopen van een gedeeltelijk belang in een onderneming en eist bij iedere investering een fikse korting op zijn schatting van de intrinsieke waarde (door Buffett ook wel aangeduid als de 'margin of safety'). Hij ziet koersschommelingen vooral als kans om bij slecht beurssentiment aandelen goedkoop te kunnen kopen en later, bij een beter sentiment, weer voor hogere bedragen te kunnen verkopen. Geheel conform het Buffett-recept aldus.
Hoewel zoals gezegd over concrete investeringen niet veel bekend is, is wel bekend dat Li Lu ten tijde van de beursintroductie van het Chinese BYD direct een groot belang in dit bedrijf heeft genomen. BYD (hetgeen staat voor 'Build Your Dreams') is in korte tijd uitgegroeid tot één van 's werelds grootste producten van elektrische auto's en heeft vooral veel expertise op het vlak van de benodigde herlaadbare batterijen. Li Lu overtuigde Munger van het potentieel van dit bedrijf, waarna het Munger was die Warren Buffett overtuigde in dit bedrijf te investeren. De US $ 230 miljoen die zij in 2008 in BYD investeerden is inmiddels het achtvoudige waard.
Opvolger Buffett?
Met zijn relatief jonge leeftijd en internationale ervaring geldt Li Lu als een van de meer kansrijke kandidaten om Warren Buffett op termijn op te volgen. Wanneer we echter de spectaculair succesvolle belegging in BYD buiten beschouwing laten wordt het behaalde totaalrendement van Li Lu wel direct wat minder uitzonderlijk. Zelf sluiten we overigens ook de mogelijkheid niet uit dat niet één investeerder, maar juist een klein team van slimme investeerders op termijn de verantwoordelijkheid zal krijgen voor de investeringsportefeuille van Berkshire Hathaway. Net als Munger zien wij hiervoor in Li Lu een prima kandidaat.
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
1:00 AM
0
reacties
Labels:
aandelen,
cash flow,
Cashflow,
David Shvarts,
Hendrik Oude Nijhuis,
Li Lu,
ondernemer,
opvolger,
Ronnie Alt,
warren buffet
Sunday, August 1, 2010
Meesurfen op megatrends
Een interessante beleggingsstrategie kan het inspelen op megatrends zijn. Anders dan een 'gewone' trend of een kortstondige hype kenmerken megatrends zich door de lange periode waarop fundamentele veranderingen zich voordoen. Vaak gaat het om een periode van 10 jaar of meer. Deze lange periode maakt het mogelijk dat beleggers die dergelijke trends tijdig herkennen daar vele jaren lang van kunnen profiteren.
Omdat beleggers ons over dit onderwerp met enige regelmaat vragen voorleggen starten we in de komende weken met een speciale serie over het beleggen in megatrends. Niet alleen gaan we hierbij in op uiteenlopende megatrends, ook zullen we telkens enkele concrete bedrijven aanduiden die daarvan profiteren. Hieronder alvast een korte toelichting op enkele van de megatrends die in ieder geval aan de orde zullen komen.
Bevolkingsveranderingen
Zoals u waarschijnlijk wel bekend doen zich de komende decennia grote veranderingen voor op bevolkingsgebied. Zo rekent de Verenigde Naties (VN) erop dat het wereldwijde inwonertal in 2050 ruim 9 miljard personen zal bedragen. Dat is ruim 40% meer dan nu. En 86% van de bevolking zal dan in de opkomende landen van nu woonachtig zijn. Interessant om te weten: deze bevolkingstoename zal voor 98% te herleiden zijn op de bevolkingsgroei in opkomende landen.
Het overgrote deel van de wereldbevolking woont tegen die tijd in stedelijk gebied. Zo zal enkel China rond 2030 meer dan 200 steden tellen met een inwonertal van meer dan 1 miljoen. Ter illustratie: de hele Europese Unie tezamen kent momenteel slechts 35 van dergelijke steden.
Landbouw
Met de wereldwijde bevolkingsgroei in het vooruitzicht springt landbouw wellicht in het oog als een potentieel interessant beleggingsterrein. Dat is niet geheel onterecht. Want naast een stijgende vraag naar landbouwproducten vanwege de bevolkingsgroei geldt ook nog eens dat er vanwege de verstedelijking steeds minder landbouwgebied beschikbaar is. De verschuiving in voedselpatronen (meer vleesconsumptie) vergroot daarbij het beslag op het landbouwarsenaal verder; nog afgezien van het ruimtebeslag benodigd voor ethanolproductie.
Bovenstaande combinatie van factoren doet vermoeden dat de vraag naar landbouwgewassen de komende decennia flink zal stijgen. Wanneer de groei in het beschikbare landbouwoppervlak deze stijging niet kan bijbenen liggen stijgende prijzen voor landbouwgewassen in lijn der verwachting. In dit licht bezien zijn gewasveredelingsbedrijven, producenten van landbouwmachines en kunstmestfabrikanten interessante beleggingskandidaten om eens wat nader te bestuderen.
En meer...
Maar ook de nodige andere megatrends zullen we in onze serie 'Megatrends' aan de orde laten komen. Denkt u bijvoorbeeld aan de veroudering die zich met name in de Westerse wereld begint te voltrekken. Zo heeft de VN becijferd dat in de zeven rijkste industrielanden (de G7) in 2030 maar liefst een kwart van de bevolking gepensioneerd zal zijn. Bedrijven die weten in te spelen op het medisch welzijn van deze groep zullen hier dan ook bovengemiddeld van kunnen profiteren.
Wellicht dat het Amerikaanse, overigens momenteel niet echt laaggewaardeerde, Intuitive Surgical (ISRG) zo'n bedrijf is: zij is koploper in het bouwen van robots waarmee op afstand operaties uitgevoerd kunnen worden. Een kort filmpje over dit bedrijf treft u hier aan:
http://tinyurl.com/Intuitive-Surgical
Een heel andere interessante megatrend is de wereldwijd groeiende vraag naar luxe. Vooral in China is nauwelijks aan de vraag naar (Westerse) luxeproducten te voldoen. Denkt u hierbij niet enkel aan dure Duitse auto's, Zwitserse horloges of Italiaanse schoenen en tassen.
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Ook bijvoorbeeld het dagelijks gebruik van shampoo wordt in veel opkomende markten nogal eens als luxe bezien. Zo wordt in China per jaar gemiddeld per inwoner US $ 1 aan shampoo besteed. In India is dit slechts US $ 0,30. Een fractie van wat is het Westen gebruikelijk is. Maar met stijgende welvaartniveaus, enorme bevolkingsaantallen en een middenklasse die ook nog eens explosief groeit is dit desalniettemin een heel aantrekkelijke uitgangspositie voor sterke Westerse bedrijven als Unilever, Procter & Gamble en Colgate-Palmolive.
Naast de hier reeds genoemde megatrends zullen we ook de nodige andere megatrends ter sprake laten komen. Telkens voorzien van een of enkele concrete bedrijven die bij uitstek gepositioneerd lijken te zijn om van de desbetreffende megatrend(s) te profiteren. Zolang zij maar over een sterke competitieve positie beschikken en de waarderingen bescheiden zijn, lijken dergelijke bedrijven goede kandidaten te zijn voor mogelijke toevoeging aan een goed gespreide beleggingsportefeuille.
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Omdat beleggers ons over dit onderwerp met enige regelmaat vragen voorleggen starten we in de komende weken met een speciale serie over het beleggen in megatrends. Niet alleen gaan we hierbij in op uiteenlopende megatrends, ook zullen we telkens enkele concrete bedrijven aanduiden die daarvan profiteren. Hieronder alvast een korte toelichting op enkele van de megatrends die in ieder geval aan de orde zullen komen.
Bevolkingsveranderingen
Zoals u waarschijnlijk wel bekend doen zich de komende decennia grote veranderingen voor op bevolkingsgebied. Zo rekent de Verenigde Naties (VN) erop dat het wereldwijde inwonertal in 2050 ruim 9 miljard personen zal bedragen. Dat is ruim 40% meer dan nu. En 86% van de bevolking zal dan in de opkomende landen van nu woonachtig zijn. Interessant om te weten: deze bevolkingstoename zal voor 98% te herleiden zijn op de bevolkingsgroei in opkomende landen.
Het overgrote deel van de wereldbevolking woont tegen die tijd in stedelijk gebied. Zo zal enkel China rond 2030 meer dan 200 steden tellen met een inwonertal van meer dan 1 miljoen. Ter illustratie: de hele Europese Unie tezamen kent momenteel slechts 35 van dergelijke steden.
Landbouw
Met de wereldwijde bevolkingsgroei in het vooruitzicht springt landbouw wellicht in het oog als een potentieel interessant beleggingsterrein. Dat is niet geheel onterecht. Want naast een stijgende vraag naar landbouwproducten vanwege de bevolkingsgroei geldt ook nog eens dat er vanwege de verstedelijking steeds minder landbouwgebied beschikbaar is. De verschuiving in voedselpatronen (meer vleesconsumptie) vergroot daarbij het beslag op het landbouwarsenaal verder; nog afgezien van het ruimtebeslag benodigd voor ethanolproductie.
Bovenstaande combinatie van factoren doet vermoeden dat de vraag naar landbouwgewassen de komende decennia flink zal stijgen. Wanneer de groei in het beschikbare landbouwoppervlak deze stijging niet kan bijbenen liggen stijgende prijzen voor landbouwgewassen in lijn der verwachting. In dit licht bezien zijn gewasveredelingsbedrijven, producenten van landbouwmachines en kunstmestfabrikanten interessante beleggingskandidaten om eens wat nader te bestuderen.
En meer...
Maar ook de nodige andere megatrends zullen we in onze serie 'Megatrends' aan de orde laten komen. Denkt u bijvoorbeeld aan de veroudering die zich met name in de Westerse wereld begint te voltrekken. Zo heeft de VN becijferd dat in de zeven rijkste industrielanden (de G7) in 2030 maar liefst een kwart van de bevolking gepensioneerd zal zijn. Bedrijven die weten in te spelen op het medisch welzijn van deze groep zullen hier dan ook bovengemiddeld van kunnen profiteren.
Wellicht dat het Amerikaanse, overigens momenteel niet echt laaggewaardeerde, Intuitive Surgical (ISRG) zo'n bedrijf is: zij is koploper in het bouwen van robots waarmee op afstand operaties uitgevoerd kunnen worden. Een kort filmpje over dit bedrijf treft u hier aan:
http://tinyurl.com/Intuitive-Surgical
Een heel andere interessante megatrend is de wereldwijd groeiende vraag naar luxe. Vooral in China is nauwelijks aan de vraag naar (Westerse) luxeproducten te voldoen. Denkt u hierbij niet enkel aan dure Duitse auto's, Zwitserse horloges of Italiaanse schoenen en tassen.
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Ook bijvoorbeeld het dagelijks gebruik van shampoo wordt in veel opkomende markten nogal eens als luxe bezien. Zo wordt in China per jaar gemiddeld per inwoner US $ 1 aan shampoo besteed. In India is dit slechts US $ 0,30. Een fractie van wat is het Westen gebruikelijk is. Maar met stijgende welvaartniveaus, enorme bevolkingsaantallen en een middenklasse die ook nog eens explosief groeit is dit desalniettemin een heel aantrekkelijke uitgangspositie voor sterke Westerse bedrijven als Unilever, Procter & Gamble en Colgate-Palmolive.
Naast de hier reeds genoemde megatrends zullen we ook de nodige andere megatrends ter sprake laten komen. Telkens voorzien van een of enkele concrete bedrijven die bij uitstek gepositioneerd lijken te zijn om van de desbetreffende megatrend(s) te profiteren. Zolang zij maar over een sterke competitieve positie beschikken en de waarderingen bescheiden zijn, lijken dergelijke bedrijven goede kandidaten te zijn voor mogelijke toevoeging aan een goed gespreide beleggingsportefeuille.
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
2:28 AM
0
reacties
Sunday, July 25, 2010
Bill Miller: "Een unieke kans doet zich voor"
Een goed stuk van Hendrik Oude Nijhuis
Bill Miller, zelf een bewonderaar van Warren Buffett, is zoals u misschien weet fondsbeheerder bij Legg Mason Capital Management. Hij beheert daar een vermogen van vele tientallen miljarden. Maar bovenal is Bill Miller bekend om een opmerkelijke prestatie: tussen 1991 en 2005 wist hij ieder jaar de beurs te kloppen. Vandaar ook dat er nog altijd een grote schare beleggers is die het reilen en zeilen van Bill Miller tracht te volgen.
En volgens Bill Miller zijn aandelen momenteel goedkoop. Zeker relatief gezien. Aangaande grote Amerikaanse multinationals spreekt hij zelfs over een "once in a lifetime opportunity". Zijn recente schrijven vindt u hier zelf terug:
http://tinyurl.com/Bill-Miller-juli-2010
Redenatie
De actuele afkeer van aandelen is in de ogen van Bill Miller goed verklaarbaar: "Aandelen leverden de afgelopen tien jaar een negatief rendement op, terwijl 'risicoloze' obligaties juist sterk in waarde zijn gestegen. En nu obligaties ook nog eens het beste halfjaar in een decennium achter de rug hebben is dit voor velen het bewijs dat aandelen op termijn simpelweg de moeite niet waard zijn."
Niet enkel dit jaar leverden obligaties (vooralsnog) een beter rendement dan aandelen op, ook over de afgelopen periodes van 1, 3, 5, 10, 15 en 20 jaar presteerden obligaties beter dan aandelen. En zelfs over de afgelopen 25 jaar leverenden aandelen maar amper een iets beter rendement op dan de vaak risicoloos geachte obligaties.
De goede rendementen van obligaties worden volledig verklaard door de alsmaar dalende rente sinds begin jaren tachtig. Rente en obligaties zijn communicerende vaten: daalt de rente dan stijgen obligaties. En vice versa. Nu is de rente al sinds de jaren '80, toen we een periode van hoge inflatie kenden, gestaag aan het dalen. Dit verklaart dan ook het alsmaar stijgen van de koersen van obligaties, in het bijzonder van staatsobligaties van door beleggers 'veilig' geachte landen.
Vandaar ook dat vandaag de dag vele Westerse overheden goedkoper dan ooit tevoren geld kunnen lenen. Omdat de rente momenteel in de buurt van het absolute nulpunt bevindt is een verdere daling vrijwel uitgesloten (tenzij u rekent op een lange periode van deflatie; dan kan de rente wellicht nog net wat zakken). Het opwaartse koerspotentieel voor obligaties is daarmee in de ogen van Bill Miller uiterst beperkt. Wij zijn eenzelfde mening toegedaan.
Aandelen
Omgekeerd aan wat bij obligaties het geval is geldt dat bij aandelen de waarderingen juist verder weggezakt zijn. Met name grote multinationals hebben hun winsten het afgelopen decennium gestaag weten op te voeren. Hun koersniveaus bleven echter op z'n best stabiel, en daalden in veel gevallen zelfs. Daardoor daalden de waarderingen fors. Bill Miller stelt dat aandelen vergeleken met obligaties nu inmiddels de meest aantrekkelijke waarderingen kennen sinds 1951. Hij vervolgt: "Toen was ik net één jaar oud en had ik te weinig verstand en kapitaal om daarvan te profiteren - dit maal laat ik echter deze kans niet opnieuw aan mijn neus voorbij gaan."
Net als Bill Miller rekenen wij erop dat aandelen - op de huidige waarderingen gekocht en met een beleggingshorizon van minimaal een jaar of vijf - uiteindelijk aantrekkelijke rendementen zullen opleveren. Een visie die in grote lijnen strookt met de verwachtingen van zakenbank Goldman Sachs waarover wij u eerder al eens hebben bericht. En met de visie van Warren Buffett.
Bill Miller, zelf een bewonderaar van Warren Buffett, is zoals u misschien weet fondsbeheerder bij Legg Mason Capital Management. Hij beheert daar een vermogen van vele tientallen miljarden. Maar bovenal is Bill Miller bekend om een opmerkelijke prestatie: tussen 1991 en 2005 wist hij ieder jaar de beurs te kloppen. Vandaar ook dat er nog altijd een grote schare beleggers is die het reilen en zeilen van Bill Miller tracht te volgen.
En volgens Bill Miller zijn aandelen momenteel goedkoop. Zeker relatief gezien. Aangaande grote Amerikaanse multinationals spreekt hij zelfs over een "once in a lifetime opportunity". Zijn recente schrijven vindt u hier zelf terug:
http://tinyurl.com/Bill-Miller-juli-2010
Redenatie
De actuele afkeer van aandelen is in de ogen van Bill Miller goed verklaarbaar: "Aandelen leverden de afgelopen tien jaar een negatief rendement op, terwijl 'risicoloze' obligaties juist sterk in waarde zijn gestegen. En nu obligaties ook nog eens het beste halfjaar in een decennium achter de rug hebben is dit voor velen het bewijs dat aandelen op termijn simpelweg de moeite niet waard zijn."
Niet enkel dit jaar leverden obligaties (vooralsnog) een beter rendement dan aandelen op, ook over de afgelopen periodes van 1, 3, 5, 10, 15 en 20 jaar presteerden obligaties beter dan aandelen. En zelfs over de afgelopen 25 jaar leverenden aandelen maar amper een iets beter rendement op dan de vaak risicoloos geachte obligaties.
De goede rendementen van obligaties worden volledig verklaard door de alsmaar dalende rente sinds begin jaren tachtig. Rente en obligaties zijn communicerende vaten: daalt de rente dan stijgen obligaties. En vice versa. Nu is de rente al sinds de jaren '80, toen we een periode van hoge inflatie kenden, gestaag aan het dalen. Dit verklaart dan ook het alsmaar stijgen van de koersen van obligaties, in het bijzonder van staatsobligaties van door beleggers 'veilig' geachte landen.
Vandaar ook dat vandaag de dag vele Westerse overheden goedkoper dan ooit tevoren geld kunnen lenen. Omdat de rente momenteel in de buurt van het absolute nulpunt bevindt is een verdere daling vrijwel uitgesloten (tenzij u rekent op een lange periode van deflatie; dan kan de rente wellicht nog net wat zakken). Het opwaartse koerspotentieel voor obligaties is daarmee in de ogen van Bill Miller uiterst beperkt. Wij zijn eenzelfde mening toegedaan.
Aandelen
Omgekeerd aan wat bij obligaties het geval is geldt dat bij aandelen de waarderingen juist verder weggezakt zijn. Met name grote multinationals hebben hun winsten het afgelopen decennium gestaag weten op te voeren. Hun koersniveaus bleven echter op z'n best stabiel, en daalden in veel gevallen zelfs. Daardoor daalden de waarderingen fors. Bill Miller stelt dat aandelen vergeleken met obligaties nu inmiddels de meest aantrekkelijke waarderingen kennen sinds 1951. Hij vervolgt: "Toen was ik net één jaar oud en had ik te weinig verstand en kapitaal om daarvan te profiteren - dit maal laat ik echter deze kans niet opnieuw aan mijn neus voorbij gaan."
Net als Bill Miller rekenen wij erop dat aandelen - op de huidige waarderingen gekocht en met een beleggingshorizon van minimaal een jaar of vijf - uiteindelijk aantrekkelijke rendementen zullen opleveren. Een visie die in grote lijnen strookt met de verwachtingen van zakenbank Goldman Sachs waarover wij u eerder al eens hebben bericht. En met de visie van Warren Buffett.
Geplaatst door
Wilt u werken aan het verhogen van uw financiële intelligentie met als doel financiële vrijheid?
op
2:20 AM
0
reacties
Subscribe to:
Comments (Atom)